Op
donderdagavond ben ik naar de Stadsschouwburg te Heerlen geweest, naar de
omdenkshow van Berthold Gunster. Deze show is gebaseerd op het boek dat
Berthold heeft geschreven, genaamd “Lastige
kinderen? Heb jij even geluk!”. Uiteraard heb ik dit boek gelezen en het is
de tweede keer dat ik zijn show bezoek. De eerste keer was op 31 oktober 2013.
Het viel gelijk op dat Berthold deze keer een stuk minder politiek correct was
dan drie jaar geleden. Af en toe maakte hij opmerkingen tussendoor, onder
andere over vrouwen, Zwarte Piet en Donald Trump. Heerlijk! Dat gaf de
voorstelling meer schwung.
Het
belangrijkste devies van de show aan burgerlijke en politiek correcte opvoeders
is: stop met opvoeden. Met opvoeden wordt bedoeld dat je kinderen dingen wel
laat doen die ze eigenlijk niet willen (of vice versa) ten behoeve van een
moment in de toekomst (dus niet in het hier en nu). Berthold zegt daarbij
bijvoorbeeld: “later zal je me dankbaar zijn”. Vreselijk om te horen natuurlijk!
Stel je
tijdens de opvoeding op als sherpa, niet als gids. Beiden dragen de lasten van
reizigers, maar een gids bepaalt de eindbestemming en een sherpa laat de
reiziger de bestemming zelf bepalen.
Een probleem
bestaat uit twee componenten:
-
Datgene
dat we ervaren;
-
Datgene
dat we verwachten te ervaren.
Een probleem
ervaren we als die twee componenten niet overeenkomen. Er zijn twee soorten
problemen: we ervaren iets dat we niet verwachten, of we ervaren iets niet dat
we wel verwachten. Omdenken in opvoeding en onderwijs betekent dat je van
ja-maar naar ja-en gaat, dat je van een probleem een mogelijkheid maakt.
JA-MAAR à JA à JA-EN
Bijvoorbeeld
de jassen van de kinderen die ze bij thuiskomst op de grond gooien, zou je kunnen
opvatten als lunch-oefeningen. Of je hebt bijvoorbeeld het probleem dat
kinderen in huis vaak vergeten de deur achter zich dicht te doen. Daarbij
beschrijft Berthold een dranger. Een dranger is een voorwerp die er automatisch
voor zorgt dat een deur sluit. Een dranger is een utopisch iets, omdat het
precies doet wat jij wilt. Je kunt hem zó instellen dat hij in het begin snel
dicht gaat en op het einde langzaam, zodat je geen harde klap hoort.
Vaak heeft
een probleem nog een dieperliggend ander probleem en worden onze pogingen om
het eerste probleem op te lossen onderdeel van het probleem. Bijvoorbeeld: een
moeder klaagde dat haar dochter van zeven ’s ochtends voor vertrek naar school
altijd enorm treuzelde. Naarmate de moeder meer aanspoorde om te haasten, nam
het treuzelen van de dochter toe. Totdat de moeder het treuzelen van haar
dochter overnam en in badjas net iets te laat op een ochtend onder kwam. Toen
de moeder, nadat het tijdstip om op tijd op school aan te komen ruimschoots
verstreken was, aan de dochter vroeg: “wordt het niet eens tijd om naar school
te gaan?” barstte de dochter in tranen uit en zei ze dat ze moeite had met
rekenen op school en bleek dat ze faalangst had.
Kinderen
hebben behoefte aan autonomie, erkenning en competentie. Dit leren leraren ook
op de lerarenopleiding. Berthold geeft aan dat 80% van de problemen die
binnenkomt op de redactie en gaan over problemen met jongeren op een middelbare
school, te maken heeft met het feit dat kinderen dan het gevoel hebben dat ze niet
autonoom kunnen zijn. Nanny’s – die vrouwen die het moederloos zijn compenseren
door andere mensen te vertellen hoe ze moeten opvoeden – houden op de volgende
manier rekening met deze behoeften van kinderen: ze hanteren een
beloningssysteem waarbij gewenst gedrag beloond wordt. Verder maken zij gebruik
van een strafplek waar kinderen naartoe moeten bij ongewenst gedrag. Op deze
strafplek krijgen kinderen geen erkenning en daar waar kinderen hunkeren naar
erkenning is de aanpak van nanny’s vaak uiterst effectief. Berthold is echter
geen voorstander van de aanpak van deze nanny’s, ongetwijfeld vanwege het
verkapte sadisme dat aan hun aanpak ten grondslag ligt. Een ander voorbeeld
waarin een vader zijn zoon erkent, is een vriend van Berthold. Deze vriend is
vader en had een moeizame relatie met zijn zoon. De zoon is fan van Feyenoord
en op een dag besluit de vader om samen met zijn zoon een seizoenkaart te kopen
bij Feyenoord. In de autoritten van Utrecht naar Rotterdam werd in het begin
niks gezegd. Daarna kwam een gesprek op gang over de opstellingen en tot slot
begon de zoon te vertellen over wat hem bezig hield, over school en vrienden.
In dat ene jaar is de relatie tussen vader en zoon enorm verbeterd.
De show is
doorspekt met voorbeelden uit de praktijk waarin het publiek zichzelf, al dan
niet op een pijnlijke manier, heel erg herkent. Deze ‘informatie’ wordt
afgewisseld met een soort alternatieve verhaallijn. In deze verhaallijn speelt
Berthold de vader en een acteur speelt de rol van zoon Dion. Het gaat erover
dat Berthold graag wilt dat Dion cello leert spelen op de cello van zijn
overleden opa Snor. Helaas ondergaat Berthold een van ’s werelds grootste
nachtmerries; een kind met een eigen willetje. Dion wilt niet leren cello
spelen; hij zou liever leren drummen. In de verhaallijn komen verschillende
momenten aan bod uit de jeugd van Dion waarin naar voren komt hoe pervers
Berthold steeds verder gaat om Dion te dwingen om cello te blijven spelen.
Hierin praat hij Dion een schuldgevoel aan (“opa Snor zou héél teleurgesteld
zijn geweest als hij zou horen dat jij stopte met cello spelen”) en gebruikt
hij emotionele chantage (“als papa geen zin meer heeft in zijn huwelijk met
mama, kan hij ook niet zomaar zeggen dat hij geen zin meer heeft en wil
scheiden?”). Het geheel lijkt steeds dramatischer te worden, Berthold en Dion
drijven steeds verder uit elkaar en hebben steeds meer confrontaties.
Uiteindelijk loopt het toch nog goed af als Berthold een drumstel koopt voor
Dion.
Berthold
houdt zijn publiek een spiegel voor door het gedrag van ouders, opvoeders en
leraren op humoristische wijze te spiegelen. Voorde pauze gaat er bijvoorbeeld
eens schoolbel, maar Berthold zegt dat het publiek nog even moet blijven zitten
en maant hen om de zaal rustig te verlaten. Na de pauze staat Berthold als een
strenge schoolmeester op het podium en preekt over de functie van een
vuilnisbak, omdat het publiek in de pauze zogenaamd een enorme rotzooi zou
hebben achtergelaten. De ironie druipt ervan af, maar het is wel pijnlijk
confronterend, omdat veel leraren op manier ook wel eens een groep leerlingen
toespreken. Verder tekent Berthold bezwaar aan tegen het geven van
complimenten, omdat een compliment impliceert dat de gever van het compliment
geen succes verwachtte van de ontvanger.
Berthold
heeft een docentbevoegdheid in de theaterwereld en is vader van drie zoons. Je
merkt dat hij ontzettend goed is in het creëren van een gemoedelijke sfeer,
aanvoelen van zijn publiek en spelen met de aandacht van dat publiek. Daarom
besluit ik deze recensie met dezelfde afsluiting van de show: Koop een dranger.
Rik Reijnders, november 2016
Lisanne Vriens, leerling 't Rijks (Bergen op Zoom), geeft de onderwijswereld tips over hoe scholen zich echt kunnen aanpassen aan de behoeftes en ontwikkeling van leerlingen. Ze hield er ook een TED-talk over.
Veel inspirerende verhalen uit de onderwijspraktijk zijn te vinden op de site van het onderwijsheldenboek
Even wat moeilijk? Lees de columns van Johan Goossens, Cabaretier én startende docent. Zo herkenbaar!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten