Waarom intensief inductieprogramma?

SVO|PL is een onderwijsstichting in Parkstad Limburg met acht onderwijslocaties in Heerlen, Landgraaf en Kerkrade. In het schooljaar 2015 - 2016 is SVO|PL gestart met een bijzonder traject voor startende docenten. Wie binnen SVO|PL voor het eerst of voor het tweede jaar voor een (VO-) klas staat, wordt gefaciliteerd samen met collega-starters een intensief inductieprogramma te volgen, dat nadrukkelijk tot stand komt in co-creatie met de startende docenten. Dit inductieprogramma, mede vormgegeven en gefaciliteerd door het eigen scholingsinstituut (de TalentenAcademie) is onderdeel van het nieuwe loopbaanbeleid van de stichting. 

Waarom een inductieprogramma vanuit SVOIPL?
- In de regio Limburg wordt het steeds moeilijker om leraren voor bepaalde vakken te werven en te behouden.
- Onderzoek wijst uit dat de eerste vijf jaar van een leven lang leren belangrijk zijn voor de toekomst van de leraar. Goede inductie is essentieel om startende leraren te behouden en uitval te voorkomen.
-SVO|PL beschikt over de financiƫle middelen om een inductieprogramma op te zetten en uit te voeren. Hiervoor is extra geld vrijgemaakt van het vaste innovatie budget.

Waar en wanneer worden startende docenten begeleid?
In het eerste jaar krijgen startende leraren 200 uur begeleiding. In het tweede jaar krijgen startende leraren 100 uur begeleiding. De centrale plek daarvoor is het nieuwe VO Innovatiecentrum van SVO|PL. Tegelijkertijd wordt ook een deel van dat inductieprogramma op maat aangeboden op de werkplek van de startende docenten.


Co-creatie
Het programma wordt in co-creatie met startende leraren vorm gegeven. Elk jaar wordt er geƫvalueerd. Startende leraren blijken vaak tijdnood te hebben. Daarom zijn er enkele aanpassingen gedaan in het inductieprogramma. Als een startende leraar in het eerste jaar bijvoorbeeld al voldoende kennis heeft over een bepaald onderwerp, dan kan hij ervoor kiezen het onderdeel van het programma waarin dit onderwerp wordt behandeld over te slaan. Daarnaast is het totaal aantal uren begeleiding in het tweede jaar iets verlaagd en wordt er aan startende leraren nu meer ruimte geboden voor eigen invulling.

Vijf fasen (O’s)
 De rode draad van het inductieprogramma wordt gevormd door de vijf fasen, ofwel de vijf O’s: Organisatie, Onderzoek, Ontwerpen, Ondernemen, Overdracht. De fasen zien er als volgt uit:
1. Organisatie: In deze fase wordt er ingegaan op de organisatie van lessen en in op organisatie binnen de school.
- Organisatie van lessen: elke maandag start bijvoorbeeld met ‘de week van’. Daarin krijgen de starters de kans om advies/tips te vragen over opgedane ervaringen van de voorgaande week aan een docent/deskundige. Ook komen er een aantal gastsprekers langs.
- Organisatie in de school: Startende leraren krijgen een persoonlijke coach binnen de school toegewezen. Ze bezoeken andere vaksecties. De starter ontdekt meer over de schoolorganisatie en SVOIPL en gaat na wat zijn/haar rol is.
2. Onderzoek: Elke startende leraar doet vanuit zijn eigen leervraag onderzoek. Hiervoor bezoekt de starter diverse scholen en schooltypes. Na afloop presenteren de starters de resultaten aan elkaar en geven ze elkaar feedback
3. Ontwerpen: In deze fase gaat het om samen ontwerpen, bijvoorbeeld ontwerpen van lessen en presentatie. Ook geeft de startende leraar samen met een sectie/team invulling aan een thema in de school.
4. Ondernemen: In deze fase gaat het om ondernemen(der) worden. Voortdurende nieuwsgierigheid staat centraal. Ontwikkeling wordt geagendeerd. Ook vindt er collegiale visitatie plaats en gaan de startende leraren samen dingen ondernemen
5. Overdracht (borging): In deze fase vindt overdracht van kennis en vaardigheden plaats. De startende leraren leggen verantwoording af aan het bestuur, leerlingen en collega-docenten.

Succesfactoren
Het inductieprogramma is voornamelijk positief ontvangen door startende leraren. De belangrijkste succesfactoren:
- Leren van elkaar. Alle startende leraren zitten in hetzelfde schuitje. Ze lopen tegen dezelfde dingen aan. Echter, ze bedenken en delen verschillende oplossingen/aanpakken. Zo kunnen ze veel met en van elkaar leren.
- De startende leraren komen op plekken waar ze anders niet zouden komen, ze zien dingen die ze anders niet zouden zien of pas veel later in hun loopbaan.
- Het inductieprogramma betreft geen beoordelingsinstrument. Vertrouwen en openheid is erg belangrijk om het inductieprogramma te laten slagen.
- Het inductieprogramma betreft maatwerk.

Aandachtspunten:
- Een goede balans vinden tussen deelname aan dit inductieprogramma en alles wat toch al op startende docenten afkomt.
- Daarnaast de eisen die rooster/ directies stellen als er op hetzelfde moment ook het inductieprogramma is (rapportvergaderingen, invallessen, begeleiding buitenschoolse activiteiten, etc.)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten