Doelen

De beginnende leraar moet aan het eind van de inductiefase:

1. zijn basisvaardigheden versterkt hebben. Deze heeft hij in de opleiding al geleerd.
2. bewust aan het experimenteren zijn met meer complexe vaardigheden als:
* het onderwijs afstemmen op de verschillen tussen leerlingen
* leerlingen leren hoe ze iets moeten leren
* alle leerlingen bij de les betrekken en ze tot nadenken stimuleren
3. niet méér beroepsstress ervaren dan de gemiddelde leraar.
4. een positieve identiteit als leraar verkregen hebben en een eigen lesstijl ontwikkelen.

Effectiviteit

Onderzoeken op dit terrein(van der Grift /Fruytier) tonen aan dat de begeleiding van beginnende leraren het meest effectief is wanneer er sprake is van:
1. leerzaam werk met een daarbij passende werkdruk
2. aandacht voor de schoolcultuur en het schoolbeleid
3. begeleiding door middel van professionele ontwikkelingsplannen
4. feedback en coaching naar aanleiding van observaties
5. intervisie met collega’s
6. begeleiding door een vakcoach

bron: AKP-notitie over startende docenten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten